Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. dieren:
  2. dier:


Neerlandés

Sinónimos detallados de dieren en neerlandés

dieren:

dieren [de ~] sustantivo, plural

  1. de dieren
    de dieren; de beesten
    • dieren [de ~] sustantivo, plural
    • beesten [de ~] sustantivo, plural

Palabras relacionadas con "dieren":


dieren forma de dier:

dier [het ~] sustantivo

  1. het dier
    het dier; het beest
    • dier [het ~] sustantivo
    • beest [het ~] sustantivo
  2. het dier
    – geen plant of mens, maar wel een levend wezen 1
    het dier; het beest
    – geen plant of mens, maar wel een levend wezen 1
    • dier [het ~] sustantivo
      • een hond is een dier1
    • beest [het ~] sustantivo
      • de boer verzorgt zijn beesten1

Palabras relacionadas con "dier":


Sinónimos alternativos de "dier":


Definiciones relacionadas de "dier":

  1. geen plant of mens, maar wel een levend wezen1
    • een hond is een dier1

Sinónimos relacionados de dieren