Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. doorrijden:


Neerlandés

Sinónimos detallados de doorrijden en neerlandés

doorrijden:

doorrijden verbo (rijd door, rijdt door, reed door, reden door, doorgereden)

  1. doorrijden
    doorrijden
    • doorrijden verbo (rijd door, rijdt door, reed door, reden door, doorgereden)

Conjugaciones de doorrijden:

o.t.t.
  1. rijd door
  2. rijdt door
  3. rijdt door
  4. rijden door
  5. rijden door
  6. rijden door
o.v.t.
  1. reed door
  2. reed door
  3. reed door
  4. reden door
  5. reden door
  6. reden door
v.t.t.
  1. ben doorgereden
  2. bent doorgereden
  3. is doorgereden
  4. zijn doorgereden
  5. zijn doorgereden
  6. zijn doorgereden
v.v.t.
  1. was doorgereden
  2. was doorgereden
  3. was doorgereden
  4. waren doorgereden
  5. waren doorgereden
  6. waren doorgereden
o.t.t.t.
  1. zal doorrijden
  2. zult doorrijden
  3. zal doorrijden
  4. zullen doorrijden
  5. zullen doorrijden
  6. zullen doorrijden
o.v.t.t.
  1. zou doorrijden
  2. zou doorrijden
  3. zou doorrijden
  4. zouden doorrijden
  5. zouden doorrijden
  6. zouden doorrijden
diversen
  1. rijd door!
  2. rijdt door!
  3. doorgereden
  4. doorrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de doorrijden