Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. een loopneus hebben:


Neerlandés

Sinónimos detallados de een loopneus hebben en neerlandés

een loopneus hebben:

een loopneus hebben verbo (heb een loopneus, hebt een loopneus, heeft een loopneus, had een loopneus, hadden een loopneus, een loopneus gehad)

  1. een loopneus hebben
    een loopneus hebben
    • een loopneus hebben verbo (heb een loopneus, hebt een loopneus, heeft een loopneus, had een loopneus, hadden een loopneus, een loopneus gehad)

Conjugaciones de een loopneus hebben:

o.t.t.
  1. heb een loopneus
  2. hebt een loopneus
  3. heeft een loopneus
  4. hebben een loopneus
  5. hebben een loopneus
  6. hebben een loopneus
o.v.t.
  1. had een loopneus
  2. had een loopneus
  3. had een loopneus
  4. hadden een loopneus
  5. hadden een loopneus
  6. hadden een loopneus
v.t.t.
  1. heb een loopneus gehad
  2. hebt een loopneus gehad
  3. heeft een loopneus gehad
  4. hebben een loopneus gehad
  5. hebben een loopneus gehad
  6. hebben een loopneus gehad
v.v.t.
  1. had een loopneus gehad
  2. had een loopneus gehad
  3. had een loopneus gehad
  4. hadden een loopneus gehad
  5. hadden een loopneus gehad
  6. hadden een loopneus gehad
o.t.t.t.
  1. zal een loopneus hebben
  2. zult een loopneus hebben
  3. zal een loopneus hebben
  4. zullen een loopneus hebben
  5. zullen een loopneus hebben
  6. zullen een loopneus hebben
o.v.t.t.
  1. zou een loopneus hebben
  2. zou een loopneus hebben
  3. zou een loopneus hebben
  4. zouden een loopneus hebben
  5. zouden een loopneus hebben
  6. zouden een loopneus hebben
diversen
  1. heb een loopneus!
  2. een loopneus gehad
  3. een loopneus hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de een loopneus hebben