Neerlandés
Sinónimos detallados de een voordracht houden en neerlandés
een voordracht houden:
een voordracht houden verbo (houd een voordracht, houdt een voordracht, hield een voordracht, hielden een voordracht, een voordracht gehouden)
-
een voordracht houden
een voordracht houden; een lezing houden-
een voordracht houden verbo (houd een voordracht, houdt een voordracht, hield een voordracht, hielden een voordracht, een voordracht gehouden)
-
een lezing houden verbo (houd een lezing, houdt een lezing, hield een lezing, hielden een lezing, een lezing gehouden)
-
Conjugaciones de een voordracht houden:
o.t.t.
- houd een voordracht
- houdt een voordracht
- houdt een voordracht
- houden een voordracht
- houden een voordracht
- houden een voordracht
o.v.t.
- hield een voordracht
- hield een voordracht
- hield een voordracht
- hielden een voordracht
- hielden een voordracht
- hielden een voordracht
v.t.t.
- heb een voordracht gehouden
- hebt een voordracht gehouden
- heeft een voordracht gehouden
- hebben een voordracht gehouden
- hebben een voordracht gehouden
- hebben een voordracht gehouden
v.v.t.
- had een voordracht gehouden
- had een voordracht gehouden
- had een voordracht gehouden
- hadden een voordracht gehouden
- hadden een voordracht gehouden
- hadden een voordracht gehouden
o.t.t.t.
- zal een voordracht houden
- zult een voordracht houden
- zal een voordracht houden
- zullen een voordracht houden
- zullen een voordracht houden
- zullen een voordracht houden
o.v.t.t.
- zou een voordracht houden
- zou een voordracht houden
- zou een voordracht houden
- zouden een voordracht houden
- zouden een voordracht houden
- zouden een voordracht houden
diversen
- houd een voordracht!
- houdt een voordracht!
- een voordracht gehouden
- een voordracht houdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze