Neerlandés
Sinónimos detallados de eerlijk en neerlandés
eerlijk:
-
eerlijk
-
eerlijk
rechtvaardig; eerlijk; braaf; rechtgeaard; rechtschapen-
rechtvaardig adj.
-
eerlijk adj.
-
braaf adj.
-
rechtgeaard adj.
-
rechtschapen adj.
-
-
eerlijk
rondborstig; eerlijk; oprecht; fideel; trouwhartig; openhartig-
rondborstig adj.
-
eerlijk adj.
-
oprecht adj.
-
fideel adj.
-
trouwhartig adj.
-
openhartig adj.
-
-
eerlijk
-
eerlijk
-
eerlijk
– volgens het idee dat iedereen evenveel (kansen) moet krijgen 1eerlijk; rechtvaardig– volgens het idee dat iedereen evenveel (kansen) moet krijgen 1-
eerlijk adj.
-
rechtvaardig adj.
-
-
eerlijk
– wie de waarheid spreekt en niet bedriegt 1