Inicio
Diccionarios
Word Fun
Acerca de
Feedback
In Nederlands
Inicio
->
Diccionarios
->
neerlandés/neerlandés
->Traducir epoch
Sinónimos de "
epoch
" en neerlandés
Buscar
Eliminar anuncios
Resumen
Sinónimos en neerlandés:
más información...
epoch:
periode
;
epoch
;
epoche
;
tijdperk
;
tijdvak
;
era
;
tijdsgewricht
;
tijdsverloop
Neerlandés
Sinónimos detallados de
epoch
en neerlandés
epoch:
epoch
[
znw.
]
sustantivo
epoch
de
periode
;
epoch
;
de
epoche
;
het
tijdperk
;
het
tijdvak
;
de
era
;
het
tijdsgewricht
;
het
tijdsverloop
periode
[
de ~ (v)
]
sustantivo
epoch
[
znw.
]
sustantivo
epoche
[
de ~ (v)
]
sustantivo
tijdperk
[
het ~
]
sustantivo
tijdvak
[
het ~
]
sustantivo
era
[
de ~
]
sustantivo
tijdsgewricht
[
het ~
]
sustantivo
tijdsverloop
[
het ~
]
sustantivo
Eliminar anuncios
Eliminar anuncios