Neerlandés

Sinónimos detallados de excelleren en neerlandés

excelleren:

excelleren verbo

  1. excelleren
    onderscheiden; overtreffen; excelleren; uitblinken; uitblinken boven; uitsteken; schitteren; uitmunten
    • onderscheiden verbo (onderscheid, onderscheidt, onderscheidde, onderscheidden, onderscheiden)
    • overtreffen verbo (overtref, overtreft, overtrof, overtroffen, overtroffen)
    • excelleren verbo
    • uitblinken verbo (blink uit, blinkt uit, blonk uit, blonken uit, uitgeblonken)
    • uitblinken boven verbo (blink uit boven, blinkt uit boven, blonk uit boven, blonken uit boven, uitgeblonken boven)
    • uitsteken verbo (steek uit, steekt uit, stak uit, staken uit, uitgestoken)
    • schitteren verbo (schitter, schittert, schitterde, schitterden, geschitterd)
    • uitmunten verbo (munt uit, muntte uit, muntten uit, uitgemunt)