Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de feilen en neerlandés

feilen:

feilen verbo

  1. feilen
    vergissen; het mis hebben; feilen; misrekenen
    • vergissen verbo (vergis, vergist, vergiste, vergisten, vergist)
    • het mis hebben verbo (heb het mis, hebt het mis, heeft het mis, had het mis, hadden het mis, het mis gehad)
    • feilen verbo
    • misrekenen verbo (misreken, misrekent, misrekende, misrekenden, misrekend)

Palabras relacionadas con "feilen":


feilen forma de feil:

feil [de ~] sustantivo

  1. de feil
    het gebrek; de fout; de feil
    • gebrek [het ~] sustantivo
    • fout [de ~] sustantivo
    • feil [de ~] sustantivo
  2. de feil
    de fout; de onjuistheid; de feil; incorrectheid

Palabras relacionadas con "feil":