Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. fixeren:
  2. fixeer:


Neerlandés

Sinónimos detallados de fixeren en neerlandés

fixeren:

fixeren verbo

  1. fixeren
  2. fixeren
  3. fixeren
    – met een stof behandelen waardoor het niet meer uit te wissen is 1
    fixeren
    – met een stof behandelen waardoor het niet meer uit te wissen is 1
    • fixeren verbo
      • zijn deze foto's wel gefixeerd?1
  4. fixeren
    – onbeweeglijk vastzetten 1
    fixeren
    – onbeweeglijk vastzetten 1
    • fixeren verbo
      • het gebroken been werd gefixeerd met gips1
  5. fixeren
    – strak aankijken 1
    fixeren
    – strak aankijken 1
    • fixeren verbo
      • hij fixeerde mij met zijn ogen1

Palabras relacionadas con "fixeren":


Definiciones relacionadas de "fixeren":

  1. met een stof behandelen waardoor het niet meer uit te wissen is1
    • zijn deze foto's wel gefixeerd?1
  2. onbeweeglijk vastzetten1
    • het gebroken been werd gefixeerd met gips1
  3. strak aankijken1
    • hij fixeerde mij met zijn ogen1

fixeer:

fixeer [het ~] sustantivo

  1. het fixeer
    het fixeer

Palabras relacionadas con "fixeer":


Sinónimos relacionados de fixeren