Interglot - "gebabbel": sinónimos en neerlandés

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

gebabbel:
- gekeuvel; geklets; gebabbel; gekwebbel; causerie; babbeltje; praatje; gepraat; gekout

Neerlandés

Sinónimos detallados de gebabbel en neerlandés

het gebabbel
het gekeuvel; het geklets; het gebabbel; het gekwebbel
- gekeuvel [het ~] sustantivo
- geklets [het ~] sustantivo
- gebabbel [het ~] sustantivo
- gekwebbel [het ~] sustantivo
het gebabbel
de causerie; het babbeltje; de praatje; het gebabbel
- causerie [de ~ (v)] sustantivo
- babbeltje [het ~] sustantivo
- praatje [de ~ (m)] sustantivo
- gebabbel [het ~] sustantivo
het gebabbel
het gepraat; het gebabbel; gekout
- gepraat [het ~] sustantivo
- gebabbel [het ~] sustantivo
- gekout [znw.] sustantivo