Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir gebulder

Sinónimos de "gebulder" en neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

gebulder:
- gebrul; geschreeuw; gebulder; gekrijs; loeien van de wind; geraas; geloei

Neerlandés

Sinónimos detallados de gebulder en neerlandés

gebulder:

gebulder [het ~] sustantivo

het gebulder
het gebrul; het geschreeuw; het gebulder; het gekrijs
- gebrul [het ~] sustantivo
- geschreeuw [het ~] sustantivo
- gebulder [het ~] sustantivo
- gekrijs [het ~] sustantivo
het gebulder
het gebrul; loeien van de wind; het geraas; het gebulder; het geloei
- gebrul [het ~] sustantivo
- loeien van de wind [znw.] sustantivo
- geraas [het ~] sustantivo
- gebulder [het ~] sustantivo
- geloei [het ~] sustantivo

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios