Resumen
Sinónimos en neerlandés: más información...
-
geheid:
- echt; zeker; waarlijk; stellig; beslist; wel degelijk; reëel; waarachtig; voorzeker; vast en zeker; welzeker; gewis; geheid; heus; ongetwijfeld; vast; feitelijk
- heien:
Neerlandés
Sinónimos detallados de geheid en neerlandés
geheid:
-
geheid
echt; zeker; waarlijk; stellig; beslist; wel degelijk; reëel; waarachtig; voorzeker; vast en zeker; welzeker; gewis; geheid; heus-
echt adj.
-
zeker adj.
-
waarlijk adv.
-
stellig adj.
-
beslist adj.
-
wel degelijk adj.
-
reëel adj.
-
waarachtig adj.
-
voorzeker adv.
-
vast en zeker adj.
-
welzeker adv.
-
gewis adj.
-
geheid adj.
-
heus adj.
-
-
geheid
ongetwijfeld; zeker; vast en zeker; welzeker; waarachtig; beslist; voorzeker; heus; gewis; geheid; waarlijk-
ongetwijfeld adv.
-
zeker adj.
-
vast en zeker adj.
-
welzeker adv.
-
waarachtig adj.
-
beslist adj.
-
voorzeker adv.
-
heus adj.
-
gewis adj.
-
geheid adj.
-
waarlijk adv.
-
-
geheid
zeker; beslist; ongetwijfeld; vast en zeker; geheid-
zeker adj.
-
beslist adj.
-
ongetwijfeld adv.
-
vast en zeker adj.
-
geheid adj.
-
-
geheid
geheid forma de heien:
-
heien
Conjugaciones de heien:
o.t.t.
- hei
- heit
- heit
- heien
- heien
- heien
o.v.t.
- heide
- heide
- heide
- heiden
- heiden
- heiden
v.t.t.
- heb geheid
- hebt geheid
- heeft geheid
- hebben geheid
- hebben geheid
- hebben geheid
v.v.t.
- had geheid
- had geheid
- had geheid
- hadden geheid
- hadden geheid
- hadden geheid
o.t.t.t.
- zal heien
- zult heien
- zal heien
- zullen heien
- zullen heien
- zullen heien
o.v.t.t.
- zou heien
- zou heien
- zou heien
- zouden heien
- zouden heien
- zouden heien
en verder
- is geheid
- zijn geheid
diversen
- hei!
- heit!
- geheid
- heiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze