Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. gelakt:
  2. lakken:


Neerlandés

Sinónimos detallados de gelakt en neerlandés

gelakt:

gelakt adj.

  1. gelakt
    gelakt

lakken:

lakken verbo (lak, lakt, lakte, lakten, gelakt)

  1. lakken
    lakken; vernissen
    • lakken verbo (lak, lakt, lakte, lakten, gelakt)
    • vernissen verbo (vernis, vernist, verniste, vernisten, vernist)
  2. lakken
    verven; schilderen; lakken; beschilderen
    • verven verbo (verf, verft, verfde, verfden, geverfd)
    • schilderen verbo (schilder, schildert, schilderde, schilderden, geschilderd)
    • lakken verbo (lak, lakt, lakte, lakten, gelakt)
    • beschilderen verbo (beschilder, beschildert, beschilderde, beschilderden, beschilderd)

Conjugaciones de lakken:

o.t.t.
  1. lak
  2. lakt
  3. lakt
  4. lakken
  5. lakken
  6. lakken
o.v.t.
  1. lakte
  2. lakte
  3. lakte
  4. lakten
  5. lakten
  6. lakten
v.t.t.
  1. heb gelakt
  2. hebt gelakt
  3. heeft gelakt
  4. hebben gelakt
  5. hebben gelakt
  6. hebben gelakt
v.v.t.
  1. had gelakt
  2. had gelakt
  3. had gelakt
  4. hadden gelakt
  5. hadden gelakt
  6. hadden gelakt
o.t.t.t.
  1. zal lakken
  2. zult lakken
  3. zal lakken
  4. zullen lakken
  5. zullen lakken
  6. zullen lakken
o.v.t.t.
  1. zou lakken
  2. zou lakken
  3. zou lakken
  4. zouden lakken
  5. zouden lakken
  6. zouden lakken
diversen
  1. lak!
  2. lakt!
  3. gelakt
  4. lakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "lakken":


Sinónimos relacionados de gelakt