Neerlandés

Sinónimos detallados de geraas en neerlandés

geraas:

geraas [het ~] sustantivo

  1. het geraas
    het pandemonium; de opschudding; de heksenketel; de beroering; het leven; de drukte; het lawaai; het rumoer; het geraas; het tumult; de heibel
  2. het geraas
    het gebrul; loeien van de wind; het geraas; het gebulder; het geloei