Neerlandés

Sinónimos detallados de geschil en neerlandés

geschil:

geschil [het ~] sustantivo

  1. het geschil
    de onenigheid; het geschil; de twist
  2. het geschil
    de ruzie; het geschil; de kwestie; de twist
  3. het geschil
    het dispuut; de debat; de woordenwisseling; het geschil; redestrijd; de ruzie; het twistgesprek; de woordenstrijd; de twist; de redetwist

Palabras relacionadas con "geschil":

  • geschillen

Sinónimos relacionados de geschil