Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. getuigen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de getuigen en neerlandés

getuigen:

getuigen verbo (getuig, getuigt, getuigde, getuigden, getuigd)

  1. getuigen
    getuigen
    • getuigen verbo (getuig, getuigt, getuigde, getuigden, getuigd)
  2. getuigen
    – later officieel vertellen wat je zag 1
    getuigen
    – later officieel vertellen wat je zag 1
    • getuigen verbo (getuig, getuigt, getuigde, getuigden, getuigd)
      • hij getuigde dat de man drie keer schoot1
  3. getuigen
    – het laten zien, er blijk van geven 1
    getuigen
    – het laten zien, er blijk van geven 1
    • getuigen verbo (getuig, getuigt, getuigde, getuigden, getuigd)
      • zijn kleding getuigde van smaak1

Conjugaciones de getuigen:

o.t.t.
  1. getuig
  2. getuigt
  3. getuigt
  4. getuigen
  5. getuigen
  6. getuigen
o.v.t.
  1. getuigde
  2. getuigde
  3. getuigde
  4. getuigden
  5. getuigden
  6. getuigden
v.t.t.
  1. heb getuigd
  2. hebt getuigd
  3. heeft getuigd
  4. hebben getuigd
  5. hebben getuigd
  6. hebben getuigd
v.v.t.
  1. had getuigd
  2. had getuigd
  3. had getuigd
  4. hadden getuigd
  5. hadden getuigd
  6. hadden getuigd
o.t.t.t.
  1. zal getuigen
  2. zult getuigen
  3. zal getuigen
  4. zullen getuigen
  5. zullen getuigen
  6. zullen getuigen
o.v.t.t.
  1. zou getuigen
  2. zou getuigen
  3. zou getuigen
  4. zouden getuigen
  5. zouden getuigen
  6. zouden getuigen
diversen
  1. getuig!
  2. getuigt!
  3. getuigd
  4. getuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

getuigen [de ~] sustantivo, plural

  1. de getuigen
    de getuigen; getuigen voor de rechtbank

Definiciones relacionadas de "getuigen":

  1. het laten zien, er blijk van geven1
    • zijn kleding getuigde van smaak1
  2. later officieel vertellen wat je zag1
    • hij getuigde dat de man drie keer schoot1

Sinónimos relacionados de getuigen