Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir gips

Sinónimos de "gips" en neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

gips:
- gips

Neerlandés

Sinónimos detallados de gips en neerlandés

gips:

gips [het ~] sustantivo

het gips
het gips
- gips [het ~] sustantivo
het gips

– wit poeder dat hard wordt ¹
het gips
– wit poeder dat hard wordt ¹
- gips [het ~] sustantivo
  - haar arm zit in het gips¹

Palabras relacionadas con "gips":

gipsen

Definiciones relacionadas de "gips":

wit poeder dat hard wordt¹
- haar arm zit in het gips¹

Sinónimos relacionados de gips

vorm om gips in te gieten

¹Muiswerk Woordenboek

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios