Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. gladstrijken:


Neerlandés

Sinónimos detallados de gladstrijken en neerlandés

gladstrijken:

gladstrijken verbo (strijk glad, strijkt glad, strijkte glad, strijkten glad, gladgestreken)

  1. gladstrijken
    strijken; gladstrijken
    • strijken verbo (strijk, strijkt, streek, streken, gestreken)
    • gladstrijken verbo (strijk glad, strijkt glad, strijkte glad, strijkten glad, gladgestreken)

Conjugaciones de gladstrijken:

o.t.t.
  1. strijk glad
  2. strijkt glad
  3. strijkt glad
  4. strijken glad
  5. strijken glad
  6. strijken glad
o.v.t.
  1. strijkte glad
  2. strijkte glad
  3. strijkte glad
  4. strijkten glad
  5. strijkten glad
  6. strijkten glad
v.t.t.
  1. heb gladgestreken
  2. hebt gladgestreken
  3. heeft gladgestreken
  4. hebben gladgestreken
  5. hebben gladgestreken
  6. hebben gladgestreken
v.v.t.
  1. had gladgestreken
  2. had gladgestreken
  3. had gladgestreken
  4. hadden gladgestreken
  5. hadden gladgestreken
  6. hadden gladgestreken
o.t.t.t.
  1. zal gladstrijken
  2. zult gladstrijken
  3. zal gladstrijken
  4. zullen gladstrijken
  5. zullen gladstrijken
  6. zullen gladstrijken
o.v.t.t.
  1. zou gladstrijken
  2. zou gladstrijken
  3. zou gladstrijken
  4. zouden gladstrijken
  5. zouden gladstrijken
  6. zouden gladstrijken
en verder
  1. is gladgestreken
  2. zijn gladgestreken
diversen
  1. strijk glad!
  2. strijkt glad!
  3. gladgestreken
  4. gladstrijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze