Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. glas:


Neerlandés

Sinónimos detallados de glas en neerlandés

glas:

glas [het ~] sustantivo

  1. het glas
    het glas; het drinkglas; glazen pul
  2. het glas
    het raam; het glas; het vensterglas; de ruit
  3. het glas
    het glas
    • glas [het ~] sustantivo
  4. het glas
    het glas; glazen venster
  5. het glas
    – harde, breekbare, doorzichtige stof 1
    het glas
    – harde, breekbare, doorzichtige stof 1
    • glas [het ~] sustantivo
      • de meeste ramen zijn van glas1
  6. het glas
    – voorwerp van harde, breekbare, doorzichtige stof 1
    het glas
    – voorwerp van harde, breekbare, doorzichtige stof 1
    • glas [het ~] sustantivo
      • wil je een glas wijn?1

Definiciones relacionadas de "glas":

  1. harde, breekbare, doorzichtige stof1
    • de meeste ramen zijn van glas1
  2. voorwerp van harde, breekbare, doorzichtige stof1
    • wil je een glas wijn?1

Sinónimos relacionados de glas