Neerlandés

Sinónimos detallados de groep en neerlandés

groep:

groep [de ~] sustantivo

  1. de groep
    de groep; het gezelschap; aantal personen bijeen
  2. de groep
    de groep
    • groep [de ~] sustantivo
  3. de groep
    de accumulatie; de groep; de bende; de samenscholing; de troep; de hoop
  4. de groep
    het ensemble; het toneelgezelschap; theaterensemble; de groep; het gezelschap; de theatergroep
  5. de groep
  6. de groep
    – aantal mensen, dieren of dingen die bij elkaar horen 1
    de groep
    – aantal mensen, dieren of dingen die bij elkaar horen 1
    • groep [de ~] sustantivo
      • ik zag een groep mensen aankomen1

Palabras relacionadas con "groep":


Definiciones relacionadas de "groep":

  1. aantal mensen, dieren of dingen die bij elkaar horen1
    • ik zag een groep mensen aankomen1

Sinónimos relacionados de groep