Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. gulp:
  2. gulpen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de gulp en neerlandés

gulp:

gulp [de ~] sustantivo

  1. de gulp
    de gulp
    • gulp [de ~] sustantivo
  2. de gulp
    de broeksgulp; de gulp

Palabras relacionadas con "gulp":


gulpen:

gulpen verbo (gulp, gulpt, gulpte, gulpten, gegulpt)

  1. gulpen
    gulpen; gutsen; in stromen neerstorten

Conjugaciones de gulpen:

o.t.t.
  1. gulp
  2. gulpt
  3. gulpt
  4. gulpen
  5. gulpen
  6. gulpen
o.v.t.
  1. gulpte
  2. gulpte
  3. gulpte
  4. gulpten
  5. gulpten
  6. gulpten
v.t.t.
  1. ben gegulpt
  2. bent gegulpt
  3. is gegulpt
  4. zijn gegulpt
  5. zijn gegulpt
  6. zijn gegulpt
v.v.t.
  1. was gegulpt
  2. was gegulpt
  3. was gegulpt
  4. waren gegulpt
  5. waren gegulpt
  6. waren gegulpt
o.t.t.t.
  1. zal gulpen
  2. zult gulpen
  3. zal gulpen
  4. zullen gulpen
  5. zullen gulpen
  6. zullen gulpen
o.v.t.t.
  1. zou gulpen
  2. zou gulpen
  3. zou gulpen
  4. zouden gulpen
  5. zouden gulpen
  6. zouden gulpen
diversen
  1. gulp!
  2. gulpt!
  3. gegulpt
  4. gulpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "gulpen":