Neerlandés

Sinónimos detallados de handigheid en neerlandés

handigheid:

handigheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de handigheid
    de kunst; de behendigheid; de truc; de handigheid; het kunstje; de kunstgreep
  2. de handigheid
    de handigheid
  3. de handigheid
    de kunst; de handigheid; de truc; de toer; de kneep
    • kunst [de ~ (v)] sustantivo
    • handigheid [de ~ (v)] sustantivo
    • truc [de ~ (m)] sustantivo
    • toer [de ~ (m)] sustantivo
    • kneep [de ~] sustantivo

Palabras relacionadas con "handigheid":

  • handigheden, handigheidje, handigheidjes, handig

handigheid forma de handig:

handig adj.

  1. handig
    nuttig; handig
  2. handig
  3. handig
  4. handig
    – snel en met zoveel mogelijk resultaat 1
    handig
    – snel en met zoveel mogelijk resultaat 1
    • handig adj.
      • mijn man is handig, hij kan alles1
  5. handig
    – makkelijk in het gebruik 1
    handig
    – makkelijk in het gebruik 1
    • handig adj.
      • dit doekje is erg handig, ik gebruik het overal voor1

Palabras relacionadas con "handig":

  • handigheid, handiger, handigere, handigst, handigste, handige

Sinónimos alternativos de "handig":


Definiciones relacionadas de "handig":

  1. snel en met zoveel mogelijk resultaat1
    • mijn man is handig, hij kan alles1
  2. makkelijk in het gebruik1
    • dit doekje is erg handig, ik gebruik het overal voor1