Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. honoreren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de honoreren en neerlandés

honoreren:

honoreren verbo (honoreer, honoreert, honoreerde, honoreerden, gehonoreerd)

  1. honoreren
    honoreren; belonen; betalen; bezoldigen; salariëren
    • honoreren verbo (honoreer, honoreert, honoreerde, honoreerden, gehonoreerd)
    • belonen verbo (beloon, beloont, beloonde, beloonden, beloond)
    • betalen verbo (betaal, betaalt, betaalde, betaalden, betaald)
    • bezoldigen verbo (bezoldig, bezoldigt, bezoldigde, bezoldigden, bezoldigd)
    • salariëren verbo (salariëer, salariëert, salariëerde, salariëerden, gesalariëerd)

Conjugaciones de honoreren:

o.t.t.
  1. honoreer
  2. honoreert
  3. honoreert
  4. honoreren
  5. honoreren
  6. honoreren
o.v.t.
  1. honoreerde
  2. honoreerde
  3. honoreerde
  4. honoreerden
  5. honoreerden
  6. honoreerden
v.t.t.
  1. heb gehonoreerd
  2. hebt gehonoreerd
  3. heeft gehonoreerd
  4. hebben gehonoreerd
  5. hebben gehonoreerd
  6. hebben gehonoreerd
v.v.t.
  1. had gehonoreerd
  2. had gehonoreerd
  3. had gehonoreerd
  4. hadden gehonoreerd
  5. hadden gehonoreerd
  6. hadden gehonoreerd
o.t.t.t.
  1. zal honoreren
  2. zult honoreren
  3. zal honoreren
  4. zullen honoreren
  5. zullen honoreren
  6. zullen honoreren
o.v.t.t.
  1. zou honoreren
  2. zou honoreren
  3. zou honoreren
  4. zouden honoreren
  5. zouden honoreren
  6. zouden honoreren
en verder
  1. ben gehonoreerd
  2. bent gehonoreerd
  3. is gehonoreerd
  4. zijn gehonoreerd
  5. zijn gehonoreerd
  6. zijn gehonoreerd
diversen
  1. honoreer!
  2. honoreert!
  3. gehonoreerd
  4. honorerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze