Neerlandés
Sinónimos detallados de houterig lopen en neerlandés
houterig lopen:
houterig lopen verbo (loop houterig, loopt houterig, liep houterig, liepen houterig, houterig gelopen)
-
houterig lopen
stijf lopen; houterig lopen-
houterig lopen verbo (loop houterig, loopt houterig, liep houterig, liepen houterig, houterig gelopen)
Conjugaciones de houterig lopen:
o.t.t.
- loop houterig
- loopt houterig
- loopt houterig
- lopen houterig
- lopen houterig
- lopen houterig
o.v.t.
- liep houterig
- liep houterig
- liep houterig
- liepen houterig
- liepen houterig
- liepen houterig
v.t.t.
- heb houterig gelopen
- hebt houterig gelopen
- heeft houterig gelopen
- hebben houterig gelopen
- hebben houterig gelopen
- hebben houterig gelopen
v.v.t.
- had houterig gelopen
- had houterig gelopen
- had houterig gelopen
- hadden houterig gelopen
- hadden houterig gelopen
- hadden houterig gelopen
o.t.t.t.
- zal houterig lopen
- zult houterig lopen
- zal houterig lopen
- zullen houterig lopen
- zullen houterig lopen
- zullen houterig lopen
o.v.t.t.
- zou houterig lopen
- zou houterig lopen
- zou houterig lopen
- zouden houterig lopen
- zouden houterig lopen
- zouden houterig lopen
diversen
- loop houterig!
- loopt houterig!
- houterig gelopen
- houterig lopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze