Neerlandés

Sinónimos detallados de ijver en neerlandés

ijver:

ijver [de ~ (m)] sustantivo

  1. de ijver
    de toewijding; de devotie; de overgave; de inzet; toegewijdheid; de trouw; de zorgzaamheid; de genegenheid; de ijver
  2. de ijver
    de nijverheid; ijverigheid; de werklust; de werkzaamheid; de ijver; de vlijt; noestigheid; naarstigheid; vlijtigheid

Palabras relacionadas con "ijver":


ijver forma de ijveren:

ijveren verbo (ijver, ijvert, ijverde, ijverden, geijverd)

  1. ijveren
    streven; ijveren
    • streven verbo (streef, streeft, streefte, streeften, gestreefd)
    • ijveren verbo (ijver, ijvert, ijverde, ijverden, geijverd)

Conjugaciones de ijveren:

o.t.t.
  1. ijver
  2. ijvert
  3. ijvert
  4. ijveren
  5. ijveren
  6. ijveren
o.v.t.
  1. ijverde
  2. ijverde
  3. ijverde
  4. ijverden
  5. ijverden
  6. ijverden
v.t.t.
  1. heb geijverd
  2. hebt geijverd
  3. heeft geijverd
  4. hebben geijverd
  5. hebben geijverd
  6. hebben geijverd
v.v.t.
  1. had geijverd
  2. had geijverd
  3. had geijverd
  4. hadden geijverd
  5. hadden geijverd
  6. hadden geijverd
o.t.t.t.
  1. zal ijveren
  2. zult ijveren
  3. zal ijveren
  4. zullen ijveren
  5. zullen ijveren
  6. zullen ijveren
o.v.t.t.
  1. zou ijveren
  2. zou ijveren
  3. zou ijveren
  4. zouden ijveren
  5. zouden ijveren
  6. zouden ijveren
diversen
  1. ijver!
  2. ijvert!
  3. geijverd
  4. ijverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Palabras relacionadas con "ijveren":


Sinónimos relacionados de ijver