Neerlandés

Sinónimos detallados de ijzen en neerlandés

ijzen:

ijzen verbo

  1. ijzen
    ijzen; door afgrijzen bevangen worden; verstijven

Palabras relacionadas con "ijzen":


ijzen forma de ijs:

ijs [het ~] sustantivo

  1. het ijs
    – bevroren water 1
    het ijs
    – bevroren water 1
    • ijs [het ~] sustantivo
      • als er ijs op de sloot ligt, gaan we schaatsen1
    bevroren water
  2. het ijs
    – bevroren water 1
    het ijs
    – bevroren water 1
    • ijs [het ~] sustantivo
      • als er ijs op de sloot ligt, gaan we schaatsen1
  3. het ijs
    – bevroren mengsel van melk, suiker, vruchten enz. 1
    het roomijs; het ijsje; het consumptie-ijs
    het ijs
    – bevroren mengsel van melk, suiker, vruchten enz. 1
    • ijs [het ~] sustantivo
      • ik wil graag aardbeienijs1
  4. het ijs
    – bevroren mengsel van melk, suiker, vruchten enz. 1
    het ijs
    – bevroren mengsel van melk, suiker, vruchten enz. 1
    • ijs [het ~] sustantivo
      • ik wil graag aardbeienijs1

Palabras relacionadas con "ijs":


Definiciones relacionadas de "ijs":

  1. bevroren mengsel van melk, suiker, vruchten enz.1
    • ik wil graag aardbeienijs1
  2. bevroren water1
    • als er ijs op de sloot ligt, gaan we schaatsen1