Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. in de rouw zijn:


Neerlandés

Sinónimos detallados de in de rouw zijn en neerlandés

in de rouw zijn:

in de rouw zijn verbo (ben in de rouw, bent in de rouw, is in de rouw, was in de rouw, waren in de rouw, in de rouw geweest)

  1. in de rouw zijn
    rouwen; in de rouw zijn; bewenen
    • rouwen verbo (rouw, rouwt, rouwde, rouwden, gerouwd)
    • in de rouw zijn verbo (ben in de rouw, bent in de rouw, is in de rouw, was in de rouw, waren in de rouw, in de rouw geweest)
    • bewenen verbo (beween, beweent, beweende, beweenden, beweend)

Conjugaciones de in de rouw zijn:

o.t.t.
  1. ben in de rouw
  2. bent in de rouw
  3. is in de rouw
  4. zijn in de rouw
  5. zijn in de rouw
  6. zijn in de rouw
o.v.t.
  1. was in de rouw
  2. was in de rouw
  3. was in de rouw
  4. waren in de rouw
  5. waren in de rouw
  6. waren in de rouw
v.t.t.
  1. ben in de rouw geweest
  2. bent in de rouw geweest
  3. is in de rouw geweest
  4. zijn in de rouw geweest
  5. zijn in de rouw geweest
  6. zijn in de rouw geweest
v.v.t.
  1. was in de rouw geweest
  2. was in de rouw geweest
  3. was in de rouw geweest
  4. waren in de rouw geweest
  5. waren in de rouw geweest
  6. waren in de rouw geweest
o.t.t.t.
  1. zal in de rouw zijn
  2. zult in de rouw zijn
  3. zal in de rouw zijn
  4. zullen in de rouw zijn
  5. zullen in de rouw zijn
  6. zullen in de rouw zijn
o.v.t.t.
  1. zou in de rouw zijn
  2. zou in de rouw zijn
  3. zou in de rouw zijn
  4. zouden in de rouw zijn
  5. zouden in de rouw zijn
  6. zouden in de rouw zijn
diversen
  1. ben in de rouw!
  2. bent in de rouw!
  3. in de rouw geweest
  4. in de rouw zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de in de rouw zijn