Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. jack:


Neerlandés

Sinónimos detallados de jack en neerlandés

jack:

jack [het ~] sustantivo

  1. het jack
    – sportief kort jasje voor buiten, met strakke boord onderaan 1
    het jack
    – sportief kort jasje voor buiten, met strakke boord onderaan 1
    • jack [het ~] sustantivo
      • ik heb een warm jack gekocht om te gaan skiën1

Palabras relacionadas con "jack":

  • jacks

Definiciones relacionadas de "jack":

  1. sportief kort jasje voor buiten, met strakke boord onderaan1
    • ik heb een warm jack gekocht om te gaan skiën1