Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir kauwen

Sinónimos de "kauwen" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. kauwen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de kauwen en neerlandés

kauwen:

kauwen verbo (kauw, kauwt, kauwde, kauwden, gekauwd)

  1. kauwen
    kauwen
    • kauwen verbo (kauw, kauwt, kauwde, kauwden, gekauwd)

Conjugaciones de kauwen:

o.t.t.
  1. kauw
  2. kauwt
  3. kauwt
  4. kauwen
  5. kauwen
  6. kauwen
o.v.t.
  1. kauwde
  2. kauwde
  3. kauwde
  4. kauwden
  5. kauwden
  6. kauwden
v.t.t.
  1. heb gekauwd
  2. hebt gekauwd
  3. heeft gekauwd
  4. hebben gekauwd
  5. hebben gekauwd
  6. hebben gekauwd
v.v.t.
  1. had gekauwd
  2. had gekauwd
  3. had gekauwd
  4. hadden gekauwd
  5. hadden gekauwd
  6. hadden gekauwd
o.t.t.t.
  1. zal kauwen
  2. zult kauwen
  3. zal kauwen
  4. zullen kauwen
  5. zullen kauwen
  6. zullen kauwen
o.v.t.t.
  1. zou kauwen
  2. zou kauwen
  3. zou kauwen
  4. zouden kauwen
  5. zouden kauwen
  6. zouden kauwen
diversen
  1. kauw!
  2. kauwt!
  5. gekauwd
  6. kauwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0122 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos