Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. kenteren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de kenteren en neerlandés

kenteren:

kenteren verbo (kenter, kentert, kenterde, kenterden, gekenterd)

  1. kenteren
    kenteren
    • kenteren verbo (kenter, kentert, kenterde, kenterden, gekenterd)

Conjugaciones de kenteren:

o.t.t.
  1. kenter
  2. kentert
  3. kentert
  4. kenteren
  5. kenteren
  6. kenteren
o.v.t.
  1. kenterde
  2. kenterde
  3. kenterde
  4. kenterden
  5. kenterden
  6. kenterden
v.t.t.
  1. ben gekenterd
  2. bent gekenterd
  3. is gekenterd
  4. zijn gekenterd
  5. zijn gekenterd
  6. zijn gekenterd
v.v.t.
  1. was gekenterd
  2. was gekenterd
  3. was gekenterd
  4. waren gekenterd
  5. waren gekenterd
  6. waren gekenterd
o.t.t.t.
  1. zal kenteren
  2. zult kenteren
  3. zal kenteren
  4. zullen kenteren
  5. zullen kenteren
  6. zullen kenteren
o.v.t.t.
  1. zou kenteren
  2. zou kenteren
  3. zou kenteren
  4. zouden kenteren
  5. zouden kenteren
  6. zouden kenteren
en verder
  1. heb gekenterd
  2. hebt gekenterd
  3. heeft gekenterd
  4. hebben gekenterd
  5. hebben gekenterd
  6. hebben gekenterd
diversen
  1. kenter!
  2. kentert!
  3. gekenterd
  4. kenterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze