Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. krediet verlenen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de krediet verlenen en neerlandés

krediet verlenen:

krediet verlenen verbo (verleen krediet, verleent krediet, verleende krediet, verleenden krediet, krediet verleend)

  1. krediet verlenen
    krediet verlenen
    • krediet verlenen verbo (verleen krediet, verleent krediet, verleende krediet, verleenden krediet, krediet verleend)

Conjugaciones de krediet verlenen:

o.t.t.
  1. verleen krediet
  2. verleent krediet
  3. verleent krediet
  4. verlenen krediet
  5. verlenen krediet
  6. verlenen krediet
o.v.t.
  1. verleende krediet
  2. verleende krediet
  3. verleende krediet
  4. verleenden krediet
  5. verleenden krediet
  6. verleenden krediet
v.t.t.
  1. heb krediet verleend
  2. hebt krediet verleend
  3. heeft krediet verleend
  4. hebben krediet verleend
  5. hebben krediet verleend
  6. hebben krediet verleend
v.v.t.
  1. had krediet verleend
  2. had krediet verleend
  3. had krediet verleend
  4. hadden krediet verleend
  5. hadden krediet verleend
  6. hadden krediet verleend
o.t.t.t.
  1. zal krediet verlenen
  2. zult krediet verlenen
  3. zal krediet verlenen
  4. zullen krediet verlenen
  5. zullen krediet verlenen
  6. zullen krediet verlenen
o.v.t.t.
  1. zou krediet verlenen
  2. zou krediet verlenen
  3. zou krediet verlenen
  4. zouden krediet verlenen
  5. zouden krediet verlenen
  6. zouden krediet verlenen
diversen
  1. verleen krediet!
  2. verleent krediet!
  3. krediet verleend
  4. krediet verlenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de krediet verlenen