Neerlandés

Sinónimos detallados de kwekken en neerlandés

kwekken:

kwekken verbo (kwek, kwekt, kwekte, kwekten, gekwekt)

  1. kwekken
    spreken; wauwelen; praten; babbelen; kwebbelen; kletsen; zwammen; kakelen; kwetteren; klappen; kwekken; snateren
    • spreken verbo
    • wauwelen verbo (wauwel, wauwelt, wauwelde, wauwelden, gewauweld)
    • praten verbo (praat, praatte, praatten, gepraat)
    • babbelen verbo (babbel, babbelt, babbelde, babbelden, gebabbeld)
    • kwebbelen verbo (kwebbel, kwebbelt, kwebbelde, kwebbelden, gekwebbeld)
    • kletsen verbo (klets, kletst, kletste, kletsten, gekletst)
    • zwammen verbo (zwam, zwamt, zwamde, zwamden, gezwamd)
    • kakelen verbo (kakel, kakelt, kakelde, kakelden, gekakeld)
    • kwetteren verbo (kwetter, kwettert, kwetterde, kwetterden, gekwetterd)
    • klappen verbo (klap, klapt, klapte, klapten, geklapt)
    • kwekken verbo (kwek, kwekt, kwekte, kwekten, gekwekt)
    • snateren verbo (snater, snatert, snaterde, snaterden, gesnaterd)
  2. kwekken
    praten; kouten; kwekken
    • praten verbo (praat, praatte, praatten, gepraat)
    • kouten verbo (kout, koutte, koutten, gekout)
    • kwekken verbo (kwek, kwekt, kwekte, kwekten, gekwekt)
  3. kwekken
    kwaken; kwetteren; kwekken; snateren
    • kwaken verbo (kwaak, kwaakt, kwaakte, kwaakten, gekwaakt)
    • kwetteren verbo (kwetter, kwettert, kwetterde, kwetterden, gekwetterd)
    • kwekken verbo (kwek, kwekt, kwekte, kwekten, gekwekt)
    • snateren verbo (snater, snatert, snaterde, snaterden, gesnaterd)

Conjugaciones de kwekken:

o.t.t.
  1. kwek
  2. kwekt
  3. kwekt
  4. kwekken
  5. kwekken
  6. kwekken
o.v.t.
  1. kwekte
  2. kwekte
  3. kwekte
  4. kwekten
  5. kwekten
  6. kwekten
v.t.t.
  1. heb gekwekt
  2. hebt gekwekt
  3. heeft gekwekt
  4. hebben gekwekt
  5. hebben gekwekt
  6. hebben gekwekt
v.v.t.
  1. had gekwekt
  2. had gekwekt
  3. had gekwekt
  4. hadden gekwekt
  5. hadden gekwekt
  6. hadden gekwekt
o.t.t.t.
  1. zal kwekken
  2. zult kwekken
  3. zal kwekken
  4. zullen kwekken
  5. zullen kwekken
  6. zullen kwekken
o.v.t.t.
  1. zou kwekken
  2. zou kwekken
  3. zou kwekken
  4. zouden kwekken
  5. zouden kwekken
  6. zouden kwekken
diversen
  1. kwek!
  2. kwekt!
  3. gekwekt
  4. kwekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze