Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. lanceren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de lanceren en neerlandés

lanceren:

lanceren verbo (lanceer, lanceert, lanceerde, lanceerden, gelanceerd)

  1. lanceren
    uitgeven; op de markt brengen; lanceren
  2. lanceren
    – afschieten, de lucht in laten gaan 1
    lanceren
    – afschieten, de lucht in laten gaan 1
    • lanceren verbo (lanceer, lanceert, lanceerde, lanceerden, gelanceerd)
      • de raket werd om drie uur gelanceerd1

Conjugaciones de lanceren:

o.t.t.
  1. lanceer
  2. lanceert
  3. lanceert
  4. lanceren
  5. lanceren
  6. lanceren
o.v.t.
  1. lanceerde
  2. lanceerde
  3. lanceerde
  4. lanceerden
  5. lanceerden
  6. lanceerden
v.t.t.
  1. heb gelanceerd
  2. hebt gelanceerd
  3. heeft gelanceerd
  4. hebben gelanceerd
  5. hebben gelanceerd
  6. hebben gelanceerd
v.v.t.
  1. had gelanceerd
  2. had gelanceerd
  3. had gelanceerd
  4. hadden gelanceerd
  5. hadden gelanceerd
  6. hadden gelanceerd
o.t.t.t.
  1. zal lanceren
  2. zult lanceren
  3. zal lanceren
  4. zullen lanceren
  5. zullen lanceren
  6. zullen lanceren
o.v.t.t.
  1. zou lanceren
  2. zou lanceren
  3. zou lanceren
  4. zouden lanceren
  5. zouden lanceren
  6. zouden lanceren
diversen
  1. lanceer!
  2. lanceert!
  3. gelanceerd
  4. lancerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lanceren [znw.] sustantivo

  1. lanceren
    lanceren; de lancering

Definiciones relacionadas de "lanceren":

  1. afschieten, de lucht in laten gaan1
    • de raket werd om drie uur gelanceerd1