Interglot - "lawaai": sinónimos en neerlandés

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

lawaai:
- kabaal; lawaai; rumoer; spektakel; herrie; leven; tumult; pandemonium; opschudding; heksenketel; beroering; drukte; geraas; heibel

Neerlandés

Sinónimos detallados de lawaai en neerlandés

het lawaai
het kabaal; het lawaai; het rumoer; het spektakel; de herrie; het leven
- kabaal [het ~] sustantivo
- lawaai [het ~] sustantivo
- rumoer [het ~] sustantivo
- spektakel [het ~] sustantivo
- herrie [de ~] sustantivo
- leven [het ~] sustantivo
het lawaai
het lawaai; het tumult; de herrie
- lawaai [het ~] sustantivo
- tumult [het ~] sustantivo
- herrie [de ~] sustantivo
het lawaai
het pandemonium; de opschudding; de heksenketel; de beroering; het leven; de drukte; het lawaai; het rumoer; het geraas; het tumult; de heibel
- pandemonium [het ~] sustantivo
- opschudding [de ~ (v)] sustantivo
- heksenketel [de ~ (m)] sustantivo
- beroering [de ~ (v)] sustantivo
- leven [het ~] sustantivo
- drukte [de ~ (v)] sustantivo
- lawaai [het ~] sustantivo
- rumoer [het ~] sustantivo
- geraas [het ~] sustantivo
- tumult [het ~] sustantivo
- heibel [de ~ (m)] sustantivo
het lawaai
het lawaai
- lawaai [het ~] sustantivo
het lawaai

– veel en onaangenaam geluid ¹
het leven; het lawaai
– veel en onaangenaam geluid ¹
- leven [het ~] sustantivo
  - wat een leven op straat!¹
- lawaai [het ~] sustantivo
  - wat maken ze weer een lawaai bij de buren!¹