Neerlandés
Sinónimos detallados de meegesleept worden en neerlandés
meegesleept worden:
meegesleept worden verbo (word meegesleept, wordt meegesleept, werd meegesleept, werden meegesleept, meegesleept geworden)
-
meegesleept worden
meegesleept worden-
meegesleept worden verbo (word meegesleept, wordt meegesleept, werd meegesleept, werden meegesleept, meegesleept geworden)
-
Conjugaciones de meegesleept worden:
o.t.t.
- word meegesleept
- wordt meegesleept
- wordt meegesleept
- worden meegesleept
- worden meegesleept
- worden meegesleept
o.v.t.
- werd meegesleept
- werd meegesleept
- werd meegesleept
- werden meegesleept
- werden meegesleept
- werden meegesleept
v.t.t.
- ben meegesleept geworden
- bent meegesleept geworden
- is meegesleept geworden
- zijn meegesleept geworden
- zijn meegesleept geworden
- zijn meegesleept geworden
v.v.t.
- was meegesleept geworden
- was meegesleept geworden
- was meegesleept geworden
- waren meegesleept geworden
- waren meegesleept geworden
- waren meegesleept geworden
o.t.t.t.
- zal meegesleept worden
- zult meegesleept worden
- zal meegesleept worden
- zullen meegesleept worden
- zullen meegesleept worden
- zullen meegesleept worden
o.v.t.t.
- zou meegesleept worden
- zou meegesleept worden
- zou meegesleept worden
- zouden meegesleept worden
- zouden meegesleept worden
- zouden meegesleept worden
diversen
- word meegesleept!
- wordt meegesleept!
- meegesleept geworden
- meegesleept wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze