Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. meegeven:


Neerlandés

Sinónimos detallados de meegeven en neerlandés

meegeven:

meegeven verbo (geef mee, geeft mee, gaf mee, gaven mee, meegegeven)

  1. meegeven
    meesturen; meezenden; meegeven
    • meesturen verbo (stuur mee, stuurt mee, stuurde mee, stuurden mee, meegestuurd)
    • meezenden verbo (zend mee, zendt mee, zond mee, zonden mee, meegezonden)
    • meegeven verbo (geef mee, geeft mee, gaf mee, gaven mee, meegegeven)

Conjugaciones de meegeven:

o.t.t.
  1. geef mee
  2. geeft mee
  3. geeft mee
  4. geven mee
  5. geven mee
  6. geven mee
o.v.t.
  1. gaf mee
  2. gaf mee
  3. gaf mee
  4. gaven mee
  5. gaven mee
  6. gaven mee
v.t.t.
  1. heb meegegeven
  2. hebt meegegeven
  3. heeft meegegeven
  4. hebben meegegeven
  5. hebben meegegeven
  6. hebben meegegeven
v.v.t.
  1. had meegegeven
  2. had meegegeven
  3. had meegegeven
  4. hadden meegegeven
  5. hadden meegegeven
  6. hadden meegegeven
o.t.t.t.
  1. zal meegeven
  2. zult meegeven
  3. zal meegeven
  4. zullen meegeven
  5. zullen meegeven
  6. zullen meegeven
o.v.t.t.
  1. zou meegeven
  2. zou meegeven
  3. zou meegeven
  4. zouden meegeven
  5. zouden meegeven
  6. zouden meegeven
diversen
  1. geef mee!
  2. geeft mee!
  3. meegegeven
  4. meegevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze