Neerlandés

Sinónimos detallados de minst en neerlandés

minst:

minst adj.

  1. minst
    minst
  2. minst
    – het kleinste aantal 1
    minst
    – het kleinste aantal 1
    • minst adj.
      • ik heb weinig boeken, Theo heeft er minder, maar Jan het minst1

Palabras relacionadas con "minst":


Antónimos de "minst":


Definiciones relacionadas de "minst":

  1. het kleinste aantal1
    • ik heb weinig boeken, Theo heeft er minder, maar Jan het minst1

min:

min [de ~ (v)] sustantivo

  1. de min
    zoogmoeder; de min

min adj.

  1. min
  2. min
    slecht; gemeen; vals; min
  3. min
    minus; min

min [de ~ (v)] sustantivo

  1. de min
    – dat je het tweede getal af moet trekken van het eerste 1
    de min
    – dat je het tweede getal af moet trekken van het eerste 1
    • min [de ~ (v)] sustantivo
      • zeven min drie is vier1
  2. de min
    – slecht of gemeen 1
    de min
    – slecht of gemeen 1
    • min [de ~ (v)] sustantivo
      • dat is een minne streek1
  3. de min
    – wat negatief is, minder dan nul 1
    de min
    – wat negatief is, minder dan nul 1
    • min [de ~ (v)] sustantivo
      • het was min tien graden buiten1
  4. de min
    – weinig 1
    de min
    – weinig 1
    • min [de ~ (v)] sustantivo
      • hij wilde zo min mogelijk huilen1
  5. de min
    – weinig betekenend 1
    de min
    – weinig betekenend 1
    • min [de ~ (v)] sustantivo
      • ben ik soms te min voor jou?1

Palabras relacionadas con "min":


Antónimos de "min":


Definiciones relacionadas de "min":

  1. dat je het tweede getal af moet trekken van het eerste1
    • zeven min drie is vier1
  2. slecht of gemeen1
    • dat is een minne streek1
  3. wat negatief is, minder dan nul1
    • het was min tien graden buiten1
  4. weinig1
    • hij wilde zo min mogelijk huilen1
  5. weinig betekenend1
    • ben ik soms te min voor jou?1

Sinónimos relacionados de minst