Neerlandés
Sinónimos detallados de natuurlijk en neerlandés
natuurlijk:
-
natuurlijk
vanzelfsprekend; natuurlijk; uiteraard; zonder twijfel; bijgevolg; onontkomelijk; zeker; dus; logisch; allicht; 'tuurlijk-
vanzelfsprekend adj.
-
natuurlijk adj.
-
uiteraard adv.
-
zonder twijfel adj.
-
bijgevolg adv.
-
onontkomelijk adj.
-
zeker adj.
-
dus adj.
-
logisch adj.
-
allicht adv.
-
-
natuurlijk
-
natuurlijk
-
natuurlijk
aangeboren; natuurlijk; van nature aanwezig; eigen-
aangeboren adj.
-
natuurlijk adj.
-
van nature aanwezig adj.
-
eigen adj.
-
-
natuurlijk
– precies als in de werkelijkheid 1de waar; natuurlijk; echt; werkelijk; heus– precies als in de werkelijkheid 1-
natuurlijk adj.
-
echt adj.
-
werkelijk adj.
-
heus adj.
-
natuurlijk
– alles wat te maken heeft met de natuur 1 -
natuurlijk
– wat iedereen zo begrijpt 1natuurlijk; vanzelfsprekend; uiteraard; vanzelf– wat iedereen zo begrijpt 1-
natuurlijk adj.
-
vanzelfsprekend adj.
-
uiteraard adv.
-
vanzelf adv.
-