Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. neerslaan:


Neerlandés

Sinónimos detallados de neerslaan en neerlandés

neerslaan:

neerslaan verbo (sla neer, slaat neer, sloeg neer, sloegen neer, neergeslagen)

  1. neerslaan
    neerslaan; onderuithalen; omslaan; vloeren
    • neerslaan verbo (sla neer, slaat neer, sloeg neer, sloegen neer, neergeslagen)
    • onderuithalen verbo (haal onderuit, haalt onderuit, haalde onderuit, haalden onderuit, onderuit gehaald)
    • omslaan verbo (sla om, slaat om, sloeg om, sloegen om, omgeslagen)
    • vloeren verbo (vloer, vloert, vloerde, vloerden, gevloerd)

Conjugaciones de neerslaan:

o.t.t.
  1. sla neer
  2. slaat neer
  3. slaat neer
  4. slaan neer
  5. slaan neer
  6. slaan neer
o.v.t.
  1. sloeg neer
  2. sloeg neer
  3. sloeg neer
  4. sloegen neer
  5. sloegen neer
  6. sloegen neer
v.t.t.
  1. heb neergeslagen
  2. hebt neergeslagen
  3. heeft neergeslagen
  4. hebben neergeslagen
  5. hebben neergeslagen
  6. hebben neergeslagen
v.v.t.
  1. had neergeslagen
  2. had neergeslagen
  3. had neergeslagen
  4. hadden neergeslagen
  5. hadden neergeslagen
  6. hadden neergeslagen
o.t.t.t.
  1. zal neerslaan
  2. zult neerslaan
  3. zal neerslaan
  4. zullen neerslaan
  5. zullen neerslaan
  6. zullen neerslaan
o.v.t.t.
  1. zou neerslaan
  2. zou neerslaan
  3. zou neerslaan
  4. zouden neerslaan
  5. zouden neerslaan
  6. zouden neerslaan
en verder
  1. ben neergeslagen
  2. bent neergeslagen
  3. is neergeslagen
  4. zijn neergeslagen
  5. zijn neergeslagen
  6. zijn neergeslagen
diversen
  1. sla neer!
  2. slaat neer!
  3. neergeslagen
  4. neerslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de neerslaan