Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. nivelleren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de nivelleren en neerlandés

nivelleren:

nivelleren verbo (nivelleer, nivelleert, nivelleerde, nivelleerden, genivelleerd)

  1. nivelleren
    gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
    • gelijkmaken verbo (maak gelijk, maakt gelijk, maakte gelijk, maakten gelijk, gelijk gemaakt)
    • nivelleren verbo (nivelleer, nivelleert, nivelleerde, nivelleerden, genivelleerd)
    • vlak maken verbo

Conjugaciones de nivelleren:

o.t.t.
  1. nivelleer
  2. nivelleert
  3. nivelleert
  4. nivelleren
  5. nivelleren
  6. nivelleren
o.v.t.
  1. nivelleerde
  2. nivelleerde
  3. nivelleerde
  4. nivelleerden
  5. nivelleerden
  6. nivelleerden
v.t.t.
  1. heb genivelleerd
  2. hebt genivelleerd
  3. heeft genivelleerd
  4. hebben genivelleerd
  5. hebben genivelleerd
  6. hebben genivelleerd
v.v.t.
  1. had genivelleerd
  2. had genivelleerd
  3. had genivelleerd
  4. hadden genivelleerd
  5. hadden genivelleerd
  6. hadden genivelleerd
o.t.t.t.
  1. zal nivelleren
  2. zult nivelleren
  3. zal nivelleren
  4. zullen nivelleren
  5. zullen nivelleren
  6. zullen nivelleren
o.v.t.t.
  1. zou nivelleren
  2. zou nivelleren
  3. zou nivelleren
  4. zouden nivelleren
  5. zouden nivelleren
  6. zouden nivelleren
en verder
  1. is genivelleerd
  2. zijn genivelleerd
diversen
  1. nivelleer!
  2. nivelleert!
  3. genivelleerd
  4. nivellerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

nivelleren [znw.] sustantivo

  1. nivelleren
    nivelleren; gelijkmaken