Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir omklemmen

Sinónimos de "omklemmen" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. omklemmen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de omklemmen en neerlandés

omklemmen:

omklemmen verbo (omklem, omklemt, omklemde, omklemden, omklemd)

  1. omklemmen
    omklemmen; klemmen; knellen
    • omklemmen verbo (omklem, omklemt, omklemde, omklemden, omklemd)
    • klemmen verbo (klem, klemt, klemde, klemden, geklemd)
    • knellen verbo (knel, knelt, knelde, knelden, gekneld)

Conjugaciones de omklemmen:

o.t.t.
  1. omklem
  2. omklemt
  3. omklemt
  4. omklemmen
  5. omklemmen
  6. omklemmen
o.v.t.
  1. omklemde
  2. omklemde
  3. omklemde
  4. omklemden
  5. omklemden
  6. omklemden
v.t.t.
  1. heb omklemd
  2. hebt omklemd
  3. heeft omklemd
  4. hebben omklemd
  5. hebben omklemd
  6. hebben omklemd
v.v.t.
  1. had omklemd
  2. had omklemd
  3. had omklemd
  4. hadden omklemd
  5. hadden omklemd
  6. hadden omklemd
o.t.t.t.
  1. zal omklemmen
  2. zult omklemmen
  3. zal omklemmen
  4. zullen omklemmen
  5. zullen omklemmen
  6. zullen omklemmen
o.v.t.t.
  1. zou omklemmen
  2. zou omklemmen
  3. zou omklemmen
  4. zouden omklemmen
  5. zouden omklemmen
  6. zouden omklemmen
en verder
  1. ben omklemd
  2. bent omklemd
  3. is omklemd
  4. zijn omklemd
  5. zijn omklemd
  6. zijn omklemd
diversen
  1. omklem!
  2. omklemt!
  5. omklemd
  6. omklemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0121 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos