Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. omlaagspringen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de omlaagspringen en neerlandés

omlaagspringen:

omlaagspringen verbo (spring omlaag, springt omlaag, sprong omlaag, sprongen omlaag, omlaaggesprongen)

  1. omlaagspringen
    omlaagspringen
    • omlaagspringen verbo (spring omlaag, springt omlaag, sprong omlaag, sprongen omlaag, omlaaggesprongen)

Conjugaciones de omlaagspringen:

o.t.t.
  1. spring omlaag
  2. springt omlaag
  3. springt omlaag
  4. springen omlaag
  5. springen omlaag
  6. springen omlaag
o.v.t.
  1. sprong omlaag
  2. sprong omlaag
  3. sprong omlaag
  4. sprongen omlaag
  5. sprongen omlaag
  6. sprongen omlaag
v.t.t.
  1. ben omlaaggesprongen
  2. bent omlaaggesprongen
  3. is omlaaggesprongen
  4. zijn omlaaggesprongen
  5. zijn omlaaggesprongen
  6. zijn omlaaggesprongen
v.v.t.
  1. was omlaaggesprongen
  2. was omlaaggesprongen
  3. was omlaaggesprongen
  4. waren omlaaggesprongen
  5. waren omlaaggesprongen
  6. waren omlaaggesprongen
o.t.t.t.
  1. zal omlaagspringen
  2. zult omlaagspringen
  3. zal omlaagspringen
  4. zullen omlaagspringen
  5. zullen omlaagspringen
  6. zullen omlaagspringen
o.v.t.t.
  1. zou omlaagspringen
  2. zou omlaagspringen
  3. zou omlaagspringen
  4. zouden omlaagspringen
  5. zouden omlaagspringen
  6. zouden omlaagspringen
diversen
  1. spring omlaag!
  2. springt omlaag!
  3. omlaaggesprongen
  4. omlaagspringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze