Neerlandés

Sinónimos detallados de onderbrengen en neerlandés

onderbrengen:

onderbrengen verbo (breng onder, brengt onder, bracht onder, brachten onder, ondergebracht)

  1. onderbrengen
    accommoderen; onderbrengen; huizen; herbergen; huisvesten; iemand huisvesten; onderdak verschaffen; onderdak geven; onderdak verlenen
    • accommoderen verbo (accomodeer, accomodeert, accomodeerde, accomodeerden, geaccomodeerd)
    • onderbrengen verbo (breng onder, brengt onder, bracht onder, brachten onder, ondergebracht)
    • huizen verbo (huis, huist, huisde, huisden, gehuisd)
    • herbergen verbo (herberg, herbergt, herbergde, herbergden, geherbergd)
    • huisvesten verbo (huisvest, huisvestte, huisvestten, gehuisvest)
    • onderdak verschaffen verbo (verschaf onderdak, verschaft onderdak, verschafte onderdak, verschaften onderdak, onderdak verschaft)
    • onderdak geven verbo (geef onderdak, geeft onderdak, gaf onderdak, gaven onderdak, onderdak gegeven)
    • onderdak verlenen verbo (verleen onderdak, verleent onderdak, verleende onderdak, verleenden onderdak, onderdak verleend)
  2. onderbrengen
    onderdak verschaffen; plaatsen; huisvesten; herbergen; onderbrengen; onderdak geven; iemand onderdak verlenen
    • onderdak verschaffen verbo (verschaf onderdak, verschaft onderdak, verschafte onderdak, verschaften onderdak, onderdak verschaft)
    • plaatsen verbo (plaats, plaatst, plaatste, plaatsten, geplaatst)
    • huisvesten verbo (huisvest, huisvestte, huisvestten, gehuisvest)
    • herbergen verbo (herberg, herbergt, herbergde, herbergden, geherbergd)
    • onderbrengen verbo (breng onder, brengt onder, bracht onder, brachten onder, ondergebracht)
    • onderdak geven verbo (geef onderdak, geeft onderdak, gaf onderdak, gaven onderdak, onderdak gegeven)

Conjugaciones de onderbrengen:

o.t.t.
  1. breng onder
  2. brengt onder
  3. brengt onder
  4. brengen onder
  5. brengen onder
  6. brengen onder
o.v.t.
  1. bracht onder
  2. bracht onder
  3. bracht onder
  4. brachten onder
  5. brachten onder
  6. brachten onder
v.t.t.
  1. heb ondergebracht
  2. hebt ondergebracht
  3. heeft ondergebracht
  4. hebben ondergebracht
  5. hebben ondergebracht
  6. hebben ondergebracht
v.v.t.
  1. had ondergebracht
  2. had ondergebracht
  3. had ondergebracht
  4. hadden ondergebracht
  5. hadden ondergebracht
  6. hadden ondergebracht
o.t.t.t.
  1. zal onderbrengen
  2. zult onderbrengen
  3. zal onderbrengen
  4. zullen onderbrengen
  5. zullen onderbrengen
  6. zullen onderbrengen
o.v.t.t.
  1. zou onderbrengen
  2. zou onderbrengen
  3. zou onderbrengen
  4. zouden onderbrengen
  5. zouden onderbrengen
  6. zouden onderbrengen
en verder
  1. ben ondergebracht
  2. bent ondergebracht
  3. is ondergebracht
  4. zijn ondergebracht
  5. zijn ondergebracht
  6. zijn ondergebracht
diversen
  1. breng onder!
  2. brengt onder!
  3. ondergebracht
  4. onderbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze