Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. ontslapen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de ontslapen en neerlandés

ontslapen:

ontslapen verbo (ontslaap, ontslaapt, ontsliep, ontsliepen, ontslapen)

  1. ontslapen
    overlijden; sterven
    – doodgaan 1
    • overlijden verbo (overlijd, overlijdt, overleed, overleden, overleden)
      • zijn vader is vorig jaar overleden1
    • sterven verbo (sterf, sterft, stierf, stierven, gestorven)
      • het konijn van Sandra is gestorven1
    doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; verscheiden
    • doodgaan verbo (ga dood, gaat dood, ging dood, gingen dood, doodgegaan)
    • heengaan verbo (ga heen, gaat heen, ging heen, gingen heen, heengegaan)
    • inslapen verbo (slaap in, slaapt in, sliep in, sliepen in, ingeslapen)
    • ontslapen verbo (ontslaap, ontslaapt, ontsliep, ontsliepen, ontslapen)
    • verscheiden verbo (verscheid, verscheidt, verscheidde, verscheidden, verscheiden)

Conjugaciones de ontslapen:

o.t.t.
  1. ontslaap
  2. ontslaapt
  3. ontslaapt
  4. ontslapen
  5. ontslapen
  6. ontslapen
o.v.t.
  1. ontsliep
  2. ontsliep
  3. ontsliep
  4. ontsliepen
  5. ontsliepen
  6. ontsliepen
v.t.t.
  1. ben ontslapen
  2. bent ontslapen
  3. is ontslapen
  4. zijn ontslapen
  5. zijn ontslapen
  6. zijn ontslapen
v.v.t.
  1. was ontslapen
  2. was ontslapen
  3. was ontslapen
  4. waren ontslapen
  5. waren ontslapen
  6. waren ontslapen
o.t.t.t.
  1. zal ontslapen
  2. zult ontslapen
  3. zal ontslapen
  4. zullen ontslapen
  5. zullen ontslapen
  6. zullen ontslapen
o.v.t.t.
  1. zou ontslapen
  2. zou ontslapen
  3. zou ontslapen
  4. zouden ontslapen
  5. zouden ontslapen
  6. zouden ontslapen
diversen
  1. ontslaap!
  2. ontslaapt!
  3. ontslapen
  4. ontslapend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze