Neerlandés
Sinónimos detallados de op apegapen liggen en neerlandés
op apegapen liggen:
op apegapen liggen verbo (lig op apegapen, ligt op apegapen, lag op apegapen, lagen op apegapen, op apegapen gelegen)
-
op apegapen liggen
op apegapen liggen-
op apegapen liggen verbo (lig op apegapen, ligt op apegapen, lag op apegapen, lagen op apegapen, op apegapen gelegen)
-
Conjugaciones de op apegapen liggen:
o.t.t.
- lig op apegapen
- ligt op apegapen
- ligt op apegapen
- liggen op apegapen
- liggen op apegapen
- liggen op apegapen
o.v.t.
- lag op apegapen
- lag op apegapen
- lag op apegapen
- lagen op apegapen
- lagen op apegapen
- lagen op apegapen
v.t.t.
- heb op apegapen gelegen
- hebt op apegapen gelegen
- heeft op apegapen gelegen
- hebben op apegapen gelegen
- hebben op apegapen gelegen
- hebben op apegapen gelegen
v.v.t.
- had op apegapen gelegen
- had op apegapen gelegen
- had op apegapen gelegen
- hadden op apegapen gelegen
- hadden op apegapen gelegen
- hadden op apegapen gelegen
o.t.t.t.
- zal op apegapen liggen
- zult op apegapen liggen
- zal op apegapen liggen
- zullen op apegapen liggen
- zullen op apegapen liggen
- zullen op apegapen liggen
o.v.t.t.
- zou op apegapen liggen
- zou op apegapen liggen
- zou op apegapen liggen
- zouden op apegapen liggen
- zouden op apegapen liggen
- zouden op apegapen liggen
diversen
- lig op apegapen!
- ligt op apegapen!
- op apegapen gelegen
- op apegapen liggende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze