Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. opdoen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de opdoen en neerlandés

opdoen:

opdoen verbo (doe op, doet op, deed op, deden op, opgedaan)

  1. opdoen
    oplopen; onverlangd krijgen; opdoen

Conjugaciones de opdoen:

o.t.t.
  1. doe op
  2. doet op
  3. doet op
  4. doen op
  5. doen op
  6. doen op
o.v.t.
  1. deed op
  2. deed op
  3. deed op
  4. deden op
  5. deden op
  6. deden op
v.t.t.
  1. heb opgedaan
  2. hebt opgedaan
  3. heeft opgedaan
  4. hebben opgedaan
  5. hebben opgedaan
  6. hebben opgedaan
v.v.t.
  1. had opgedaan
  2. had opgedaan
  3. had opgedaan
  4. hadden opgedaan
  5. hadden opgedaan
  6. hadden opgedaan
o.t.t.t.
  1. zal opdoen
  2. zult opdoen
  3. zal opdoen
  4. zullen opdoen
  5. zullen opdoen
  6. zullen opdoen
o.v.t.t.
  1. zou opdoen
  2. zou opdoen
  3. zou opdoen
  4. zouden opdoen
  5. zouden opdoen
  6. zouden opdoen
en verder
  1. is opgedaan
  2. zijn opgedaan
diversen
  1. doe op!
  2. doet op!
  3. opgedaan
  4. opdoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de opdoen