Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir opknopen

Sinónimos de "opknopen" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. opknopen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de opknopen en neerlandés

opknopen:

opknopen verbo (knoop op, knoopt op, knoopte op, knoopten op, opgeknoopt)

  1. opknopen
    ophangen; opknopen
    • ophangen verbo (hang op, hangt op, hing op, hingen op, opgehangen)
    • opknopen verbo (knoop op, knoopt op, knoopte op, knoopten op, opgeknoopt)

Conjugaciones de opknopen:

o.t.t.
  1. knoop op
  2. knoopt op
  3. knoopt op
  4. knopen op
  5. knopen op
  6. knopen op
o.v.t.
  1. knoopte op
  2. knoopte op
  3. knoopte op
  4. knoopten op
  5. knoopten op
  6. knoopten op
v.t.t.
  1. heb opgeknoopt
  2. hebt opgeknoopt
  3. heeft opgeknoopt
  4. hebben opgeknoopt
  5. hebben opgeknoopt
  6. hebben opgeknoopt
v.v.t.
  1. had opgeknoopt
  2. had opgeknoopt
  3. had opgeknoopt
  4. hadden opgeknoopt
  5. hadden opgeknoopt
  6. hadden opgeknoopt
o.t.t.t.
  1. zal opknopen
  2. zult opknopen
  3. zal opknopen
  4. zullen opknopen
  5. zullen opknopen
  6. zullen opknopen
o.v.t.t.
  1. zou opknopen
  2. zou opknopen
  3. zou opknopen
  4. zouden opknopen
  5. zouden opknopen
  6. zouden opknopen
en verder
  3. is opgeknoopt
  6. zijn opgeknoopt
diversen
  1. knoop op!
  2. knoopt op!
  5. opgeknoopt
  6. opknopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0455 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos