Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir oprispen

Sinónimos de "oprispen" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. oprispen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de oprispen en neerlandés

oprispen:

oprispen verbo (risp op, rispt op, rispte op, rispten op, opgerispt)

  1. oprispen
    boeren; oprispen; burpen
    • boeren verbo (boer, boert, boerde, boerden, geboerd)
    • oprispen verbo (risp op, rispt op, rispte op, rispten op, opgerispt)
    • burpen verbo

Conjugaciones de oprispen:

o.t.t.
  1. risp op
  2. rispt op
  3. rispt op
  4. rispen op
  5. rispen op
  6. rispen op
o.v.t.
  1. rispte op
  2. rispte op
  3. rispte op
  4. rispten op
  5. rispten op
  6. rispten op
v.t.t.
  1. heb opgerispt
  2. hebt opgerispt
  3. heeft opgerispt
  4. hebben opgerispt
  5. hebben opgerispt
  6. hebben opgerispt
v.v.t.
  1. had opgerispt
  2. had opgerispt
  3. had opgerispt
  4. hadden opgerispt
  5. hadden opgerispt
  6. hadden opgerispt
o.t.t.t.
  1. zal oprispen
  2. zult oprispen
  3. zal oprispen
  4. zullen oprispen
  5. zullen oprispen
  6. zullen oprispen
o.v.t.t.
  1. zou oprispen
  2. zou oprispen
  3. zou oprispen
  4. zouden oprispen
  5. zouden oprispen
  6. zouden oprispen
diversen
  1. risp op!
  2. rispt op!
  5. opgerispt
  6. oprispend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

oprispen [znw.] sustantivo

  1. oprispen
    het boeren; oprispen







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0122 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos