Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. opzuigen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de opzuigen en neerlandés

opzuigen:

opzuigen verbo (zuig op, zuigt op, zoog op, zogen op, opgezogen)

  1. opzuigen
    afzuigen; opzuigen; wegzuigen
    • afzuigen verbo (zuig af, zuigt af, zoog af, zogen af, afgezogen)
    • opzuigen verbo (zuig op, zuigt op, zoog op, zogen op, opgezogen)
    • wegzuigen verbo (zuig weg, zuigt weg, zoog weg, zogen weg, weggezogen)
  2. opzuigen
    stofzuigen; opzuigen
    • stofzuigen verbo (stofzuig, stofzuigt, stofzuigde, stofzuigden, gestofzuigd)
    • opzuigen verbo (zuig op, zuigt op, zoog op, zogen op, opgezogen)

Conjugaciones de opzuigen:

o.t.t.
  1. zuig op
  2. zuigt op
  3. zuigt op
  4. zuigen op
  5. zuigen op
  6. zuigen op
o.v.t.
  1. zoog op
  2. zoog op
  3. zoog op
  4. zogen op
  5. zogen op
  6. zogen op
v.t.t.
  1. heb opgezogen
  2. hebt opgezogen
  3. heeft opgezogen
  4. hebben opgezogen
  5. hebben opgezogen
  6. hebben opgezogen
v.v.t.
  1. had opgezogen
  2. had opgezogen
  3. had opgezogen
  4. hadden opgezogen
  5. hadden opgezogen
  6. hadden opgezogen
o.t.t.t.
  1. zal opzuigen
  2. zult opzuigen
  3. zal opzuigen
  4. zullen opzuigen
  5. zullen opzuigen
  6. zullen opzuigen
o.v.t.t.
  1. zou opzuigen
  2. zou opzuigen
  3. zou opzuigen
  4. zouden opzuigen
  5. zouden opzuigen
  6. zouden opzuigen
en verder
  1. is opgezogen
  2. zijn opgezogen
diversen
  1. zuig op!
  2. zuigt op!
  3. opgezogen
  4. opzuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze