Neerlandés
Sinónimos detallados de overeind komen en neerlandés
overeind komen:
overeind komen verbo (kom overeind, komt overeind, kwam overeind, kwamen overeind, overeind gekomen)
-
overeind komen
overeind komen-
overeind komen verbo (kom overeind, komt overeind, kwam overeind, kwamen overeind, overeind gekomen)
-
Conjugaciones de overeind komen:
o.t.t.
- kom overeind
- komt overeind
- komt overeind
- komen overeind
- komen overeind
- komen overeind
o.v.t.
- kwam overeind
- kwam overeind
- kwam overeind
- kwamen overeind
- kwamen overeind
- kwamen overeind
v.t.t.
- ben overeind gekomen
- bent overeind gekomen
- is overeind gekomen
- zijn overeind gekomen
- zijn overeind gekomen
- zijn overeind gekomen
v.v.t.
- was overeind gekomen
- was overeind gekomen
- was overeind gekomen
- waren overeind gekomen
- waren overeind gekomen
- waren overeind gekomen
o.t.t.t.
- zal overeind komen
- zult overeind komen
- zal overeind komen
- zullen overeind komen
- zullen overeind komen
- zullen overeind komen
o.v.t.t.
- zou overeind komen
- zou overeind komen
- zou overeind komen
- zouden overeind komen
- zouden overeind komen
- zouden overeind komen
diversen
- kom overeind!
- komt overeind!
- overeind gekomen
- overeind komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze